zaterdag 24 augustus 2019

Inleiding en route

Welkom op ons blog!

Wij gaan weer een reis door het zuidwesten van de Verenigde Staten maken. Beginnend in San Francisco en eindigend in Denver.

De route zal er ongeveer zo uit zien:



Het is niet de kortste route om van San Francisco naar Denver te gaan, maar dat komt omdat door een planningsfout van de Amerikanen niet alle bezienswaardigheden op een rechte lijn liggen.

Deels gaan we kamperen (een dag of zeven), deels (grotendeels zelfs) overnachten we in motels.

Dit blog leest chronologisch. Niet zo handig als je ons live wilt volgen - want het nieuwste bericht staat niet bovenaan - maar als naslagwerk later wel zo prettig (althans dat vinden wij). Navigeren kan ook per dag, via het menu aan de rechterkant kunt u rechtstreeks naar een bepaalde dag gaan.

Martin en Marianne

zondag 18 augustus 2019

27 aug. Vliegen naar San Francisco; rijden naar Redwood City

Een zekere Lao-Tse, een Chinese filosoof die zo’n 600 jaar voor Christus leefde zei ooit eens ”Een tocht van 1000 kilometer moet beginnen met een eerste stap.” Zo is het maar net. In vogelvlucht – en ik neem aan dat dit dan ook voor een vliegtuig geldt - bedraagt de afstand Amsterdam - San Francisco 8775 kilometer, dus hebben we liefst acht eerste stappen te zetten.


U zult u wellicht zeggen, ho, ho, je kan maar één keer een eerste stap zetten, geen acht - net zoals je maar één keer een eerste indruk kan maken -  maar ik (Martin) kan wel acht keer een eerste stap maken. Ik vind zo’n lange reisdag altijd één groot stressgebeuren en om het een beetje behapbaar te maken -u weet hoe u een olifant op eet? Niet in één keer maar in kleine hapjes - verdeel ik zo’n dag daarom altijd op in onderdelen, zoals:

·         de koffers inpakken
·         het online inchecken
·         naar het station gaan
·         met de trein naar Schiphol reizen
·         op Schiphol bij de balie inchecken (als thuis het inchecken weer eens voor de zoveelste keer niet gelukt is)
·         door de veiligheidscontrole gaan
·         het boarden
·         het vliegen
·         door de immigratie gaan
·         bij de lopende band hopen dat de koffers mee zijn gekomen
·         de huurauto ophalen,
·         naar het hotel rijden, inchecken en dan eindelijk op bed neerploffen.

Elk van deze onderdelen kent een eerste stap, weliswaar een kleine eerste stap, maar toch een eerste stap. Een hoop eerste stappen dus. Oké, het zijn geen eerste stappen uit de categorie "Dat is een kleine stap voor een mens, een reuzensprong voor de mensheid”; (Neil Armstrong in 1969 bij de eerste maanlanding).
De gedachte achter het opdelen van de reisdag in onderdelen is dat ik dan niet in één keer één grote stress hebt, maar alleen maar kleine deelstressjes. Tot zover de theorie, nu de praktijk.

We beginnen met het inpakken van de koffers. Voordat je dat kan doen, moet je eerst echter een koffer hebben. We gaan daarom drie dagen terug in de tijd. Out of the blue zegt Marianne op dat moment dat ze een nieuwe koffer nodig heeft. Er was iets mis met het oude ding en ze wilde graag een bepaalde nieuwe Eastpak koffer hebben. Heel fijn, had ze dat niet wat eerder kunnen zeggen. Dus ik naar de stad om zo’n ding voor haar te kopen. Ik citeer nu even een stukje van een blogpost van mijn eigen site  - even reclame maken  -  die ik over deze aankoop schreef.

 ”[…] In de Passage zag ik het door Marianne gezochte model staan. Er was echter één maar. De kleurencombinatie van het ding. Dat was wel wat anders dan de zwarte en blauwe koffers die je altijd massaal op de lopende band bij Schiphol ziet draaien. Ik vond het te gewaagd om het ding zonder overleg te kopen en maakte er een foto van die ik per WhatsApp naarMarianne stuurde. Echt heel mooi vond Marianne de koffer niet maar dat deed er niet zo toe. De koffer had namelijk een groot voordeel. Je herkent hem zo op de lopende band tussen alle andere koffers. Ik mocht hem kopen. 

Even later zat ik op een bankje in de Haagse tramtunnel met de koffer te wachten op de tram. Een vrouw naast me keek naar de koffer en zei toen: “Weet u dat er nog een prijskaartje aan zit?‘ “Ja” antwoordde ik, “Ik heb hem net gekocht.”  Oké, zei de vrouw. “Ik dacht ik zeg het maar even voor het geval u op reis ging.” “Nee, heel goed dat u het zei” antwoordde ik “Zoiets zou me zo kunnen overkomen. Ik heb wel eens een hele dag rondgelopen met een prijskaartje dat nog vast zat aan mijn overhemd.” “Ik ook!” zei de vrouw blij verrast. “En het erge was dat het tijdens een personeelsbijeenkomst was en ik een blouse aan had van de Wibra. Opeens voelde ik iets prikken in mijn nek. Gelukkig had ik toen nog van dat lange haar waardoor het kaartje niet zo opviel.”

Voordat we nog meer van dit soort zaken uit de afdeling ‘klein leed’ konden bespreken kwam mijn tram. Toen Marianne thuis kwam viel de kleurencombinatie haar mee en ze was tevreden met de aankoop. “Die is heel gemakkelijk terug te vinden op de lopende band” sprak ze.” 

Hoe profetisch deze woorden waren, zou later (dankzij de Amerikaanse immigratiedienst) blijken, maar daarover later meer.

Ook ik moet nog wat bekennen, namelijk dat ook ik nog een last minute aankoop had. Want één dag voordat we op reis gingen besloot ik namelijk om mijn scheerapparaat een keertje goed schoon te maken. Even later was hij schoon en ook kapot. Iets te hard geboend op de scheerkoppen. Direct de stad in om een nieuwe te kopen, want zoals de Romeins Griekstalige schrijver Lucianus van Samosata (125-180 na Christus) al zei: “De baard maakt de filosoof niet.” En u wilt mij toch niet met een baard van vier weken zien terug komen van de reis?
Met nieuwe tas maar zonder baard
Hoewel de reis lang duurde, zal ik het verder kort houden. De tram was keurig op tijd. De trein ook, op Schiphol vlogen we in een recordtijd door procedures heen. Binnen twintig minuten, inclusief het inchecken bij het United Airlines loket en inclusief alle veiligheidscontroles, hadden we alles gedaan en zaten we bij Jamie’s een hapje te eten. Wel was er nog even wat opwinding. Opeens stonden er namelijk drie zwaar bewapende mannen bij het tafeltje naast ons. Dat was voor een achtergelaten tas zonder eigenaar. Maar voordat er een groot bomalarm werd gegeven, kwam een meisje de tas ophalen.
Na het boarden bleek mijn buurman in het vliegtuig, een tamelijk forse oudere Amerikaan uit Big Sur te zijn. Hij en zijn vrouw hadden een bootreis van Boedapest naar Amsterdam gemaakt, Hij vond het in Nederland maar warm. Dat was het ook, het was een graad of dertig. Nooit gedacht, zei de Amerikaan dat hij nog eens voor de koelte naar Californië verlangde.

De nonstopvlucht naar San Francisco duurde heel lang, en als ik zeg heel lang, dan bedoel ik ook echt heeeeeeel lang! Ik bekeek onderweg drie films. In het kader van nutteloze informatie, dat waren Roman Holiday met Gregory Peck en Audrey Hepburn, Free Solo (over een man die zonder gebruik te maken van touwen El Capitan in Yosemite beklom – dat is geen trail die wij op het programma hebben staan) en een documentaire over de vlucht in 1969 van de Apollo 11 naar de maan. Marianne hield zich tijdens de vlucht vooral bezig met Sudoku’s en met het naar buiten kijken. Op een gegeven moment liet ze me nog schrikken. Ze wees naar de vleugel en zei ‘Kijk brand!”. Ze bedoelde gelukkig niet de vleugel van ons toestel maar een bosbrand in de verte. Zie hier enige foto’s van andere zaken onderweg.

Groenland, niet te koop
Lassen Volcanic?
Tot slot moet ik nog even een woordje aan de Amerikaanse immigratiedienst wijden. Er kwamen drie vliegtuigen tegelijkertijd binnen. Iedereen werd naar de machines gedirigeerd en haast iedereen – wij ook -  kreeg een kruis op hun formulier en werd naar een gigantische rij verwezen. Bij elkaar hebben we liefst zo’n 85 minuten in de rij voor de immigratiedienst gestaan. Zucht, het was maar goed dat we geen overstap hadden.
Toen we er eindelijk doorheen waren en we onze koffers van de lopende band wilden halen, stond op geen enkel informatiebord meer aangegeven op welk lopende band deze koffers bezorgd waren. We keken de enorme hal rond, maar zagen niks over onze vlucht op de borden staan. Te lang geleden blijkbaar. Waar waren onze koffers gebleven? Maar Marianne's nieuwe koffer bracht uitkomst. Ergens aan de zijkant van de zaal, zag ik vanuit de verte, tussen een hoop vermoedelijk Nederlandse koffers in, een zeer opvallende koffer staan: Marianne’s koffer!

Bij Alamo probeerden ze ons nog een groter model, Road Assistence en een navigatiesysteem aan te smeren, maar die hebben we allemaal afgeslagen. We mogen uiteindelijk kiezen uit een rij midsize-SUV's. De auto moet een grote kofferbak hebben, een instructieboekje aan boord en bij voorkeur minder dan 10.000 mijl op de teller. Een rode Hyundai Tucsons met 9416 mijl op de teller voldoet aan onze eisen.

We rijden vlotjes naar ons hotel in Redwood City. Als we daar ingecheckt zijn, lopen we nog even een kort rondje door de buurt en eten een haute cuisine maaltijd bij de McDonalds. Dan gaan we uitgeput terug naar het hotel.

We liggen nu op ons bed in de Good Nite Inn in Redwood City. Morgen beginnen we aan de rondreis. Als u wilt weten waar we allemaal heen gaan, dan kunt u dat lezen in de rest van ons blog. Spoiler alert: Albert Einstein zou zeggen: Logica brengt je van A naar B. Verbeelding brengt je overal.

P.S. Het kan zijn dat het u opvalt dat ik vandaag veel mensen citeer. Dat komt door de leeftijd. “Spreken in spreuken past de ouderdom.“ (Aristoteles).


28 aug San Francisco - Pacific Grove


Marianne is een ochtendmens, ik een avondmens. Hoe hebben we deze combinatie ook zo uitgezocht. Het gevolg is dat als we naar Amerika vliegen, ik altijd wel heel snel in een Amerikaans ritme zit en Marianne niet. Maar als we terug vliegen, dan ben ik juist degene die last heeft van het tijdsverschil. Maar heen dus niet. Ik slaap meestal dan ook de eerste nacht in Amerika goed door, maar deze keer niet.

Deels kwam dat omdat de kamer erg warm was – meer dan 25 graden; het raam open zetten en de lawaaierige airco aanzetten brachten verlichting - en deels doordat ik wakker werd met kramp in mijn voet. Gelukkig was Marianne op dat moment ook wakker – doordat ik haar luidkeels riep - en kon zij zin aan haar leven geven door tegen mijn voet aan te duwen waardoor de kramp verdween. Maar nu zit ik geloof ik in de categorie “too much information”.

Voor het ontbijt gaan we naar de naast het hotel geleden IHop. Hotelgasten krijgen er 10% korting, dan is de keus voor Nederlanders al snel gemaakt. Voor de eieren kies ik ondanks dat ik geen ochtendmens ben voor Sunny Side op. Marianne kiest voor iets waarvan ik geen idee meer heb hoe dat heette maar dat er zo uitzag


Nadat we uitgecheckt hebben, lopen we even naar het plaatselijke AAA kantoor dat zich op nog geen 200 meter afstand van ons hotel bevindt. Dankzij ons ANWB-lidmaatschap krijgen we ook deze keer een stapel gratis AAA-wegenkaarten mee. Niet dat we die nodig hebben – we rijden rond met de gratis ‘Here we Go’ app die ons tot nu toe overal de juiste route wijst – maar het is leuk om de nieuwste kaarten te hebben. Zo’n kaart plant altijd zo lekker weg, geeft de scenic routes aan en hé, als de satelliet uitvalt dan hebben wij een back-up.

Na het bezoek aan de AAA rijden we naar de WalMart. We hebben thuis al een boodschappenlijstje gemaakt en even later, nou behoorlijk wat later, lopen we met een volle kar en 114 dollar minder op onze bankrekening naar buiten. De duurste aankopen zijn een koelbox, een lichtgewicht statief en een slaapzak, waarbij een jongen van de WalMart het model van $9,95 aanraadt met het voortreffelijke argument dat dit de goedkoopste is. Ik weet niet of de WalMart blij is met dit advies van haar verkoper. Gelukkig voor de WalMart kiezen we toch maar een duurder exemplaar uit. Die ziet er wat beter uit


Het volgende onderdeel wat op het programma staat, is een bezoek aan het hoofdkantoor van Google. Dat staat op maar 5 km afstand van de WalMart waar we zijn, dus toevallig zijn we er heel dicht bij. Ik maak altijd heel vaak gebruik van Google, daarom ik wil wel eens de grote schuur zien, waar al mijn zoekopdrachten liggen opgeslagen, ook de campus van Google schijnt interessant te zijn om te bekijken. Maar omdat we al vrij laat zijn, besluiten we echter om het over te slaan. Flexibele planning heet dat. Maar als u nu erg teleurgesteld bent, omdat u nu niet kan zien hoe het hoofdkantoor van Google er uit ziet, dan moet u het even op Google opzoeken.

Als eerste echt toeristisch onderdeel van onze vakantie staat een bezoek aan het Big Basin Redwoods State Park op het programma. In dit staatspark zijn eeuwenoude Sequoia Sempervirens bomen te bewonderen, ook wel bekend als Redwoods. Om het park te bezoeken, kiezen we voor een kronkelige route door een heuvelachtig landschap. Dat lijkt ons een mooie route. Het is niet de route die de “Here we go”-dame voor ons heeft uitgezocht, maar zij heeft zich maar te schikken in onze keuze. Na een tijdje rijden geeft ze het op om ons om te laten keren en zegt dat, hoewel het haar keuze niet is, we rechtdoor moeten rijden. Oké, dat het haar keuze niet is, zegt ze er niet bij.

We zetten de radio aan en de vorige huurder had zo te horen een voorkeur voor Spaanstalige muziek. Die keuze bevalt ons wel en we laten de radio op diens voorkeurzender staan. Het informatieschermpje van de radio geeft telkens wat informatie over de nummers die afgespeeld worden, maar erg veel info levert dit niet. Juan zingt volgens ons systeem in een 'Foreign Language'. Good to know!


Veel spreekt onze Here To Go dame onderweg niet en op een gegeven moment twijfelen we of we wel op de goede weg zitten. We stoppen even om de boel met behulp van een kaart te controleren. Na een diepgaande analyse komen we tot de conclusie dat we het eigenlijk niet weten en besluiten we om maar gewoon door te rijden. We rijden de volgende bocht om en zien prompt een bord “Big Basin SP 4 mile.” Juist ja.

Ik moet zeggen dat Big Basin Redwoods SP een alleraardigst park is, met een hoop trails en bomen. Je betaalt $10 dollar entree, maar als je heel wijs bent, dan hoef je maar 9 dollar te betalen. (Een ander woord voor ‘heel wijs’ in Amerika is ‘senior’. Dat ben je hier al als je 62 jaar bent.) 
We parkeren de auto bij de Park Headquarters en gaan dan wandelen.


Op aanraden van parkranger Don lopen we als eerste de Redwood trail, 0,6 mijl lang en vlak. Een goed begin om de vakantie mee te beginnen. Dat moet lukken denk ik, en dat blijk ik heel goed ingeschat te hebben. Fluitje van een cent. Het is een mooie trail, nou ja trailtje, maar de bomen zijn wel groot.



De volgende trail is 1.7 mijl lang en loopt heuvel op en heuvel afwaarts naar de Sempervirens-waterval.


De trail op zich is meer vermoeiend dan boeiend, maar de kleine waterval is mooi om te zien. Hij lijkt wel een beetje op de Lower Falls Creek waterval in Utah, maar dan anders, dus eigenlijk lijkt hij er niet op.




Het trieste is echter dat aangekomen bij de waterval het blijkt dat je er ook gewoon met de auto naar toe kunt rijden. Heel fijn parkranger Don. Had je dat niet even kunnen vertellen? Dat had ons 3 km lopen gescheeld. Het doet me een beetje denken aan die reclame waarin een bergbeklimmer met heel veel moeite een berg beklimt en als hij dan boven komt, dan staat daar een aantal toeristen te kijken met een biertje in de hand. Al met al zijn wij heen en terug met deze trail ongeveer één uur en drie kwartier kwijt, waarbij we terug langs de weg lopen zodat we niet meer hoeven te klimmen.



De boel overziend is een bezoek aan het Big Basin Sate Park aan te bevelen. Het is een mooi gebied om in rond te wandelen.

Na het bezoek aan dit staatspark rijden we naar ons hotel in Pacific Grove. We zitten in het Borg's-motel aan de kust aldaar en voor de fans die echt alles willen weten, we hebben gegeten bij een Thais restaurant in het dorp.

Het uitzicht van onze hotelkamer op de oceaan.
Op de terugweg naar ons hotel struikelen in het donker – er waren geen straatlantaarns maar wel veel kapotte tegels - zowel Marianne als ik allebei een keer. Het gaat maar net goed, anders was dit verslag van onze reis nu al afgelopen. En dat doet me er aan denken dat hoogstwaarschijnlijk de komende twee dagen – en misschien zelfs de komende vier dagen - het verslag op zich zal laten wachten. Dat komt omdat we gaan kamperen en we waarschijnlijk geen wifi en/of tijd hebben om het verslag te schrijven.

Maar vrees niet, we komen weer terug – althans daar ga ik van uit.


29 aug Pacific Grove - Big Sur


Hoewel de muren van het hotel fluisterdun, herstel flinterdun, zijn - en we de buren goed kunnen horen - slapen we allebei goed door. We hebben dan ook geen last van onze buren. Waarschijnlijk zullen ze dat niet van ons zeggen, want toen ik midden in de nacht naar het toilet moest en probeerde dit zo zachtjes mogelijk te doen, liet ik de deksel van de wc per ongeluk vallen en dit gaf zo'n klap dat dit minstens vijf kamers verderop te horen moet zijn geweest, maaar net zoals gisteren zit ik nu wederom in de categorie 'too much information'.

We maken op onze kamer zelf een ontbijtje klaar en lopen dan naar 'Adventures by the sea' waar we fietsen huren. Voor een halve dag betalen we 25 dollar p.p. De jongen van de verhuur vraagt of we er helmen bij willen hebben. Als we dat niet willen, dan moeten we allebei uitgebreid schriftelijk verklaren dat we hier vrijwillig vanaf zien. We besluiten om de helmen er maar bij te nemen. Is misschien ook wat veiliger voor die delen van de weg waar geen apart fietspad is.

Het plan is om een deel van de 17-Mile Drive te fietsen. Als fietser mag je daar gratis op - scheelt deze Hollanders toch maar weer mooi $10,50 - dat is het bedrag wat je per auto aan tol moet betalen. Maar voordat we naar de 17-Mile Drive fietsen, rijden we eerst nog een stuk langs de kust bij Pacific Grove. In zee zien we in de verte enkele "walviskijkbootjes" die op zoek zijn naar walvissen en dolfijnen. Op een gegeven moment zie ik vlak in de buurt van één van de boten een zwart puntje boven water uitkomen, maar de afstand is zo groot dat ik ondanks mijn kijkertje dat acht keer vergroot niet kan zien wat het is. Misschien is het wel een telescoop van een Noord Koreaanse onderzeeboot. (Daar zal Trump van opkijken!)

Uw walvissenexpert voor u aan het werk
Op het punt waar wij staan te kijken, staat ook een wat oudere Amerikaan - van onze leeftijd dus - in de verte te turen. Hij heeft een fototoestel met een zeer grote telelens bij zich. Zo groot dat ik vermoed dat als hij met die lens naar een walvis kijkt, het beest de lens zelfs in zijn rug voelt. De walvissen zitten vandaag wat verder weg, zegt hij en hij wijst naar de boten in de verte. (Als je wilt weten waar de walvissen zich bevinden, dan moet je kijken waar de whalewatch boten varen.)

Soms komen de walvissen dichter bij de kust, vertelt hij. Hij woont in de buurt en fietst regelmatig naar dit punt toe. Hij pakt zijn mobiel er bij en laat vervolgens wat foto's zien die hij hier had genomen. Wow, dat ziet er spectaculair uit! Ze springen hoog de zee uit. Nu kan ik u hier mijn zwarte stipje laten zien, maar ik zou u ook hier één van zijn foto's kunnen laten zien. Ik was zo brutaal om te vragen of ik één van zijn foto's hier mocht plaatsen en de man, Lawrence Gay geheten, was zo vriendelijk mij toestemming hiervoor te geven, mits ik de foto niet commercieel zou gebruiken. Hij stuurde de foto ter plekke op. Bij deze dus de foto van Lawrence Gay waarbij uiteraard alle copyrights bij hem liggen.

Walvissen bij Pacific Grove; kopierecht Lawrence Gay; USA; Whales at Pacific Grove; Copyright Lawrence Gay, USA
Als je op het plaatje drukt en de foto vergroot, dan zie je zelfs vissen die mee omhoog worden gezogen. Mijn foto van het zwarte stipje in de verte zag er bijna net zo uit, maar toch iets minder.

Ik vraag hem of hij professioneel fotograaf is. Dat is hij niet, maar de media maken wel gebruik van zijn foto's. Hij weet veel over de natuur te vertellen. Zo wijst hij op een aalscholver die zijn vleugels staat te drogen. Dat moeten ze zo'n beetje na elke duik doen. Als ze het niet doen, zo vertelt hij, dan zijn ze te zwaar en zullen ze zinken. Als we weer verder gaan, geeft hij ons nog wat tips voor onze fietstocht mee. Kijk dat is nog eens een aardige man en nadat we hem bedankt hebben, vervolgen we onze weg naar de 17-Mile Drive.

In 1988 hebben we deze route ook al eens gereden - maar dan per auto - en eigenlijk is er niet zo veel veranderd. Nog steeds is er die merkwaardige mix van een schitterend kust met golfbanen. Zoiets verzinnen alleen Amerikanen. Zie hier enkele foto's die we tijdens de vele stops hebben gemaakt.






We fietsen niet het hele rondje, maar korten de route na de 'Lone Cypres' wat in en fietsen daarna weer terug naar Pacific Grove.



Al met al duurt onze fietstocht inclusief de nodige stops zo'n vierenhalf uur. Aangezien we de fietsen maar voor een halve dag gehuurd hebben, moeten we 10 dollar extra betalen. Van die $10,50 die we ons aan entree bespaard hebben, blijft aldus nog maar 50 cent voordeel over.


Nadat we bij een strandkraam een heel smakelijke burger hebben gegeten, lopen we nog even Pacific Grove in. Het is een leuke plaats met schitterende huizen met veranda's, maar dat is niet de reden dat we Pacific Grove in lopen.


De reden is dat Marianne gisterenavond toen we uit eten waren (Thais) in de etalage van één van de winkels een rode schoen zag liggen, waar ze al zo'n dertig jaar naar op zoek was. Ooit had ze een dergelijk exemplaar bezeten, maar later kon ze  nooit meer zo'n type schoen vinden en hier lag hij dus in de etalage van een kledingwinkel. "En hij stond overal zo goed bij" zei ze nog. Ik denk altijd, een schoen is een schoen, maar dat schijnt dus niet zo te werken.

Binnen in de winkel vraagt Marianne naar de rode schoen. De verkoopster haalt hem uit de etalage en vraagt wat voor maat Marianne heeft. Ze noemt deze en hoewel er geen maat in staat, denkt de verkoopster dat de schoen wel zal passen. "Wie de schoen past, trekke hem aan" en inderdaad hij past. Nu dachten wij nog in onze onschuld dat als de schoen niet paste dat er dan wel een andere passende maat in de winkel zou zijn, maar wat wij in eerste instantie niet door hebben, is dat het een 'vintagewinkel' is . De schoen in de etalage is het enige exemplaar van dit type en het toeval wil dat het Marianne's maat is. Dit kan je bijna geen toeval meer noemen. Dertien dollar kosten de schoenen slechts en daar gaat nog twee dollar korting af - geen idee waarom - en vervolgens komt er nog een dollar en twee centen tax bovenop en dan is Marianne voor 12 dollar en twee centen de trotse eigenaar van een stel rode schoenen die dertig jaar geleden in de mode waren.



Na deze succesvolle aankoop lopen we terug naar ons motel. We hadden al uitgecheckt, maar mochten er onze auto tot na de fietstocht laten staan.

Ons hotel aan de kust
We rijden vervolgens naar Pfeiffer Big Sur State Park, waar we twee nachten met onze tent op de campground staan. In 1988 stonden we hier ook al, maar ik zou ons toch niet echt 'regulars' hier noemen. Onderweg maken we echter eerst nog een toeristische stop en wel bij het Point Lobos State Park. Hier heb je een woeste kust met allerlei inhammen. We hebben daar enthousiaste verhalen over gelezen.

Als eerste stoppen we bij Whales Cove. Het lijkt Marianne een goed idee om een korte broek aan te doen en als ze die aan heeft, kunnen we op weg. We lopen naar een trail en het eerste wat we daar zien, is een waarschuwingsbord voor Poison Oak. Dat is een plant die voor allerlei heel vervelende huidirritaties kon zorgen. Die korte broek is dus niet zo'n goed idee.

Poison Oak kennen we van onze favoriete tv-serie: NCIS, vooral die met very special agent Antonio di Nozo. Hij en zijn mede-agent McGee komen een aantal keer met het plantje in aanraking en dat geeft verschrikkelijke jeuk. Poison Oak is goed te herkennen, het heeft drie bladen per groep. 'Leaves of tree, let it be' luidt het waarschuwingsrijmpje. Zie hier een foto van het plantje.


De aanwezigheid van de plant maakt de wandelingen hier echter - we bezoeken ook nog de Cypress Cove en de China Cove -  toch wat minder, ook al is de kust mooi.


We rijden daarna door naar onze camping, checken in, zetten de tent op, fluitje van een cent.

Altijd handig om een technisch aangelegd iemand op vakantie mee te hebben

's Avonds eten we in de Lodge van het Pfeiffer Big Sur SP. Er zit haast geen mens en na het eten begrijpen we waarom hier niet veel mensen komen eten. Dat van Marianne is veel te scherp en dat van mij houdt ook niet over. Na het eten vermaken we ons nog even in de lobby, waar ik dit verslag bij elkaar verzin en Marianne een Sudoku maakt. En dan is het in het donker richting tent lopen. Gelukkig is deze voormalige padvinder - oké, dat was ik maar drie weken lang - zo verstandig geweest om een zaklantaarn mee te nemen en om even na tien uur liggen we al in in onze tent. Morgen weer een nieuwe dag.

30 aug Big Sur


Om half acht staan we op. Met veel moeite kruip ik uit de tent. Marianne is 's morgensvroeg altijd veel kwieker dan ik maar ik toon mij van mijn beste kant. De douche op de camping werkt met een muntje (50 cent). In ruil daarvoor krijg je twee minuten warm water. Vroeger was dat meer, maar iedereen in Californië moet sinds vorig jaar 25% op water besparen en de campinggasten dus ook. Het muntje werkt gelukkig. Ik heb wel eens meegemaakt dat ik naakt onder de douche klaar stond en het apparaat mijn laatste quarter niet wou accepteren.

Na een zelfgemaakt ontbijt rijden we naar de Lodge, waar we een kop koffie drinken, ondertussen wat apparaten opladend. Daarna gaan we op pad. Letterlijk oftewel we gaan een trail lopen: de Valley View Trail. Hij begint tegenover de Lodge en is 1,8 mijl lang (heen en weer). Klinkt als een makkie, maar ik heb het woord 'View' in de naam van de trail over het hoofd gezien.


Voor een view moet je meestal namelijk een uitzicht hebben en dat betekent hier een hele klim naar boven. Volgende keer eerst de naam van de trail bestuderen. We hebben het gehaald. Eerlijk gezegd is de view boven niet bijzonder maar het onderste deel van de trail met een aantal Redwoods is wel aardig.



Onderweg zien we deze boom van een kerel.

Voor dit uitzicht maken we de hele klim
Vervolgens gaan we op pad om een deel van de Highway 1 te rijden. We rijden eerst richting het Julia Pfeiffer SP. Onderweg stoppen we nog bij een viewpoint om wat foto's van de woeste kust van Californië te maken.



Het doel van ons bezoek aan het Julia Pfeiffer SP is de McWay-falls. Dat is een waterval waarbij het water zo ongeveer rechtstreeks in zee valt. Vroeger kon je met een trail helemaal tot aan de voet van de waterval op het strand komen, maar na een rockfall is een groot deel van de trail afgesloten en kan je niet meer aan de voet komen. Wel kan je nog naar een uitzichtpunt lopen waar je een mooi zicht op de waterval hebt. Dit is met recht een easy trail te noemen. De ranger bij het entreehokje had het er over dat je het gemakkelijk op "flipflops" kon doen. Eigenlijk is het een geluk bij een ongeluk dat de trail naar het strand nu is afgesloten. Zo kan je nu mooi foto's van de waterval maken zonder dat er allerlei mensen hinderlijk op de foto staan.



Na het bezoek aan het park - we hoeven geen entree te betalen omdat we met ons bonnetje van het Pfeiffer Big Sur SP ook gratis toegang hebben tot de andere staatsparken hier - hebben we honger en rijden we naar het bekende Nepenthe restaurant waar we een uitgebreide lunch nemen. Het is er niet goedkoop maar ach, we hebben een creditcard en vakantie.



Tot slot gaan we nog even naar het Andrew Molera SP. Daar kan je naar het strand wandelen. En dat doen  we dus ook, maar ik heb het vermoeden dat deze wandeling niet de top tien van deze vakantie gaat halen.




Daarna is het weer tijd om terug te rijden naar onze camping in het Pfeiffer Big Sur SP, waar onze tent nog steeds fier overeind staat. Maar ja, die is dan ook deskundig opgezet.