zondag 18 augustus 2019

19 sept Aspen - Leadville


Vandaag staan Maroon Lake en Crater Lake op de planning. Het gebied waar deze twee meren liggen staat ook wel bekend als de Maroon Bells. Je kan het per auto of per bus bezoeken. Tot acht uur 's morgens - of eerder als de parkeerplaats eerder vol is - of na vijf uur 's middags, mag je er met je eigen auto naar toe rijden (toegang $10 per auto). In de tussenliggende uren ben je verplicht gebruik te maken van een bus, die vertrekt van de Aspen Highlands Ski Area (kosten acht dollar p.p.) Daarnaast betaal je daar parkeergeld.

De vraag is staan we heel vroeg op om daar voor acht uur te kunnen zijn of maken we gebruik van de bus? Op de site van AllTrails schrijft iemand die hier een paar dagen geleden was, dat toen al om zeven uur het parkeerterrein vol was en de mensen die daarna kwamen, teruggestuurd werden naar het busstation. Dat betekent dat we - we moeten ook nog eens minstens 20 minuten rijden om er te komen -, wel heel vroeg moeten opstaan. Te vroeg vinden we. We besluiten daarom om de eerste bus van vijf over acht te nemen.

Als we bij ons hotel weg willen rijden om naar het busstation te gaan, krijgen we opeens weer een melding van Low Tire te zien. Nee hè. Het is wederom de linkerachterband die drie weken geleden ook voor het zelfde probleem zorgde. We besluiten om de band eerst maar weer eens op te pompen en rijden daarom naar een benzinepompstation in Aspen.

Daarna rijden we van het benzinestation naar het parkeerterrein bij de Aspen Higlands Ski Area. We zijn nog op tijd voor de bus van 8.25 uur. Samen met een ander stel zijn we de enige passagiers. De bus doet er ruim twintig minuten over. Op de heenweg vertelt de chauffeur allerlei verhalen over de Maroon Bells. Zo wijst hij op een lading omgeknakte aspen, het gevolg van een lawine. Het is echter niet de sneeuw die de bomen doet breken, maar de door de lawine veroorzaakte neerwaartse wind. Interessant, dat wist ik niet. Onderweg spreekt hij ook nog iemand aan die met een drone bezig is. Dat is verboden hier. Hij rapporteert de man bij de dame van het toegangshokje en we zien even later hoe deze de man aanspreekt.

Als we bij het Maroon Lake zijn, lopen we naar de plek, waar iedereen altijd de standaardfoto's van het meer maakt. Zie hieronder een foto gemaakt door Scott Mecum namens het U.S. Department of Agriculture (USDA) foto d.d. 25 september 2011.


Zo'n foto met al die gele kleuren en weerspiegeling maken lukt ons niet. A) De herfst is laat dit jaar.B) Het meer weerspiegelt vandaag door de wind niet zo mooi maar is rimpelig en C) Marianne's toestel doet het niet, dat maakt fotograferen lastig.

Dat  Marianne haar toestel het niet doet, komt doordat de batterij leeg is. Oeps, gisteren vergeten op te laden. Normaal gesproken is dat niet erg, want dan is het een kwestie van even de batterij verwisselen met de reservebatterij, maar deze zit in de fototas en die ligt nog in de auto. Hem ophalen zou een uur kosten. Het gaat echt lekker vandaag, eerst die band en nu dit. Marianne heeft wel haar mobiel bij zich en ik het kleine toestelletje, dus foto's maken kan, maar het beste toestel om foto's te maken, doet het niet. Enfin, we hebben nu wel een goed excuus als de foto's wat tegenvallen. Zie hier hoe wij het meer zagen.



We lopen daarna de trail naar Crater Lake. Het is zo'n 1,9 mijl lopen naar het meer, dat is zo'n 3 km. Klinkt niet zo moeilijk, maar er zitten twee addertjes onder het gras. A) je moet zo'n 210 meter stijgen; dat is over die 1,9 mijl gemeten een gemiddeld stijgingspercentage van 7% en B) er liggen een hoop stenen en ander ongerief op het pad. Dat loopt niet fijn.

Ik ben bang dat het voor mensen in een rolstoel een wat minder toegankelijk pad is.



Maar het pad heeft ook zijn goede punten: de omgeving is prachtig doordat op deze hoogte er al best veel aspen zijn die geel aan het verkleuren zijn. 





Na een uur en twintig minuten lopen bereiken we het meer. We blijven er zo'n twintig minuten. Niet omdat het zo'n mooi meer is, een mager zesje, maar vooral om uit te rusten. We zijn hier weliswaar op grote hoogte, maar mijn conditie niet.



Daarna lopen we weer omlaag. Het blijft wel opletten geblazen met al die keien op het pad. Na ruim 50 minuten - een half uurtje sneller dan omhoog - staan we weer beneden bij het Maroon Lake. We maken daar nog een paar foto's en lopen dan naar de bushalte toe. Er komt er toevallig net eentje aan. Zaten wij vanmorgen nog met zijn vieren in de bus, deze zit propvol. Ook de bus terug naar de Aspen Higlands Ski Area zit vol. 

(De dollars die hier links op de foto te zien zijn, zitten in het fooienpotzakje waar de passagiers die achter uit de bus stappen een fooi voor de chauffeur in kunnen doen.)

Dan is het tijd om naar Leadville te rijden. We krijgen bij het starten van de auto geen waarschuwingen meer te zien over de band. We rijden over de Top of the Rockies Scenic Byway naar de Independence Pass.



Onderweg maken we nog een tweetal stops. De eerste is bij de Independence ghost town. Hier staan nog de restanten van gebouwen van de plaats Independence. Op het hoogtepunt had deze mijnstad 1500 inwoners. Veel is er niet over van Independence. Dat komt omdat het in de winter van 1899 (de bevolking was toen al gedaald naar zo'n 150 mensen) door enorme sneeuwval afgesloten werd van de buitenwereld en de bewoners dreigden te verhongeren. Ze hebben toen van de planken van de huizen ski's gemaakt en daarmee vertrokken de laatste bewoners naar Aspen.

Er zijn twee plekken waar je de restanten van het dorp kan zien. De lower en de upper. De lower kom je als eerste tegen als je van Aspen af komt. Daar staan de restanten van een oude molen. 


Linksboven zijn een aantal aspen te zien die zijn gesneuveld tijdens een lawine
Er is bij de lower niet echt een duidelijke parkeerplaats. Die is er wel een mijl verderop bij de upper en daar staan ook informatieborden en zijn de meeste huizen te zien.




Er bleek nog één oude mijnwerker in Independence te wonen. Het was een vriendelijk oud mannetje.
De tweede stop die we maken is op de top van de Independence Pass. Dit is het hoogste punt van de route. Hier loopt ook de Continental Divide. We maken er wat foto's voordat we doorrijden naar Leadville.


Deze foto van vroeger staat op een informatiebord bij de pas.

Het uitzichtpunt
En dit zie je dan op het uitzichtpunt


Ook heb je er zicht op een aantal meren.



Tegen een uur of vier komen we aan in Leadville. Twee jaar geleden zaten we ook in Leadville. We zagen toen in de etalage van een galerie werk hangen van Jessica Vogel. Die maakt van oude gebruiksvoorwerpen kunstwerken. Zo beschildert ze bijvoorbeeld het glas van oude ramen. Reversed glas painting schijnt die techniek te heten. Maar hoe het ook heet, wij vinden haar werk - veel espen - heel mooi. We lopen de galerie in en kijken er rond. De prijzen vallen ons mee. Zo kost dit werk iets meer dan 300 dollar.



Ook dit werk, ik geloof dat het iets meer dan 400 dollar kost, beviel ons.



We krijgen de neiging om er een te kopen, maar ja, hoe krijgen we dat in Nederland. Glas, dat breekt vast, en het is ook te groot. We kunnen het niet in het vliegtuig meenemen. We vragen daarom aan de dame van de galerie of ze ook in Europa bezorgen en wat dat kost. Ze weet het niet, maar ze zal het navragen. Of we morgen nog in Leadville zijn? Ja, dat zijn we nog. Ze schrijft onze gegevens op en morgen heeft ze waarschijnlijk wel een prijsopgave van degenen die de kunst voor haar verzendt.


We lopen nog even door Leadville rond en rijden daarna naar ons hotel, de Silver King. Daar zaten we twee jaar geleden ook. Ik had nog even naar wat recensies van andere hotels gekeken, maar of die waren duurder of die hadden recensies als “Good place if everything else is booked up”.




's Avonds eten we bij Quincy's. Ze hebben zoals ze zelf zeggen 'a simplistic menu'. Je kunt kiezen uit steak en steak (wel in 6 verschillende groottes) maar het is heel lekker en ook nog eens heel goedkoop. Echt een aanrader.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten