zondag 18 augustus 2019

5 sept Amargosa Valley - St. George


We doen het vandaag redelijk rustig aan. Daarom heb ik nog wel even tijd om uitgebreid ons hotel te verkennen, het Long Street Inn & Casino in Amargosa Valley. Het is een heel bijzonder hotel, tevens RV-camping en casino. Het begon al toen we gisteren incheckten. We hadden een kamer op de tweede verdieping. We konden met de lift omhoog, zei de dame van de balie. Dat klopte, maar op de tweede verdieping aangekomen bleek ons deel van de gang vervolgens alleen te bereiken door daarna weer twee trappen van elk zeven treden af te sjouwen. Tja, het most niet magge, zouden ze vroeger bij ons in het oosten van het land zeggen.


Verder is er in en buiten het hotel een enorme hoeveelheid Kitsch te zien, en dat woord schrijf ik hier niet voor niets met een hoofdletter. Dit is bijvoorbeeld binnen te zien



Deze meteoor  lijkt mij eerder afkomstig uit het Ripley's  believe it or not' dan van Jupiter of Mars

En dit allemaal buiten.



Er lopen ook allerlei dieren rond, zowel echte - heel veel eenden die zorgen voor heel veel eendenpoep-  en onechte dieren zoals een reuze koe.



Aan de overkant van de weg staat een grote stier naar de koe te staren. Hij ziet er vurig uit.



Ons reisdoel van vandaag is het Valley of Fire SP. Onderweg daarheen maken we een tweetal tussenstops. De eerste is om bij het Area 51 Alien Center te tanken en daar een kop koffie te drinken.


Behalve tanken, boodschappen doen en koffie drinken, kan je in het naast gelegen gebouw ook nog andere dingen doen.


We treffen er - niet in het bordeel uiteraard maar buiten bij de winkel - een Nederlands echtpaar aan, dat met een camper aan het rond trekken is. Ze zijn net een dag onderweg en blijken nog niet te beschikken over een gedetailleerde kaart van Californië. We geven ze daarom onze oude AAA-kaart van Californië. Die hebben we toch dubbel.

We vervolgen onze weg naar Las Vegas via de 95. Onderweg maakten we nog een kleine omweg. Via de 156 rijden we even de bergen in. Daar ligt Mt Charleston, het skigebied van Las Vegas. Wie op zoek is naar joshua trees moet beslist deze weg rijden. Op de heuvels groeiden tienduizenden, en misschien zelfs wel meer, joshua trees. Waar je ook maar kijkt overal staan joshua trees.



Onderweg naar boven begint het te regenen. We zijn inmiddels al zo hoog dat er geen joshua trees meer groeien.


We rijden niet helemaal naar de top van de berg. Vlak voordat we boven zijn, slaan we af richting de 158 die ons verderop weer naar de 157 zal brengen. Op het stuk tussen de 156 en de 158 is er een viewpoint waar je een mooi uitzicht hebt over de vlaktes in de verte.



Volgens een informatiebord zijn er op delen van die vlaktes in de jaren vijftig veel atoombomproeven gehouden.


Via de 157 rijden we weer naar beneden. Al  met al is deze omweg zeer de moeite waard. Dat vinden wij niet alleen, maar ook de Star Strek Fanclub en de mensen van de Sin City Rotary die beide hier deelnemen aan het Adopt a Highway programma,

Las Vegas laten we even later zowel links (figuurlijk) als rechts (letterlijk) liggen. Een bezoek aan Las Vegas is dit keer niet in de planning opgenomen. Daar zijn we al vaker geweest.

Tegen een uur of drie bereiken we Valley of Fire. Dit staatspark - entree tien dollar - is een park dat steeds bekender wordt. De (doodlopende) weg van het Visitor Center naar de White Domes behoort denk ik tot de mooiste wegen van Amerika.




De weg eindigt bij de White Domes. Ons plan was daar om een trail te lopen, maar het is er daar eigenlijk te warm voor.


We wandelen daarom maar een klein stukje van onze geplande wandeling, tot aan de restanten van een filmlocatie. Dan keren we weer snel om.


Restanten van een westernfilmlocatie
Als we weer terug rijden, zien we opeens twee auto's midden op de weg stilstaan.


In Yellowstone betekent dat meestal dat er ergens beren te zien zijn, maar die zijn hier niet, wel leven hier steenbokken.


Als we kijken zien we inderdaad een groep steenbokken de rode rotsen omlaag klauteren.




Het is een hele groep steenbokken, die - beneden aangekomen - aan een maaltijdje begint.





Daarna verlaten we het park en rijden naar ons hotel in St George. Onderweg op de I15 komen we in een storm terecht. Het regent hard en het waait vreselijk. Op een gegeven moment waait er een tumbleweed-struik tegen onze auto aan, wat wel even een schrikmomentje geeft. Je hebt toch de neiging om te bukken terwijl je weet dat je in een auto zit. De temperatuur daalt in no-time van 100 graden Fahrenheit naar 70 graden. Als het ophoudt met regenen stijgt de temperatuur weer terug naar 90 graden.


Als we bij het hotel aankomen, is het even afwachten of het hotel wel bestaat. We hebben namelijk een kamer geboekt in de Hampton Inn & Suites, Sun River, St George. Als ik een hotel/motel niet ken, dan kijk ik soms even op Google Earth om te zien hoe het er uit ziet. In dit geval liet Google het volgende zien.


Hmm, dat ziet er niet zo best uit, alleen een grote container zo te zien. Op de hotel-site zagen de foto's er een stuk beter uit. Ik kan dan ook begrijpen dat Google met de vraag komt 'Hotels in de buurt laten zien?" Bij het boeken hield ik  het er echter maar op dat het hotel heel recent gebouwd was, en dat blijkt gelukkig te kloppen. Het hotel bestaat, Het is een heel luxe hotel. Alles ruikt nog nieuw. We hebben een kamer op de bovenste van de vijf verdiepingen, met uitzicht op de omgeving. Het is niet alleen het meest luxe hotel van onze rondreis, maar met 78 dollar, inclusief ontbijt, behoort het ook tot de goedkoopste.


Om het hotel heen wordt nog overal gebouwd. Er zijn zo te zien nog geen restaurants klaar. Het enige dat op een restaurant lijkt is een zaak  met de naam Terribles - lijkt me geen goede naam voor een restaurant - maar dat blijkt een carwash te zijn. Voor het eten rijden we daarom een afslag verder naar een Mexicaan. We geven de dame van onze here we go app het adres en na een tijdje zegt ze dat we onze bestemming bereikt hebben. We blijken voor een kerk te staan. Ach ja, we zijn in Utah. Naast de kerk blijkt er echter een soort winkelcomplex te zijn waar onze Mexicaan zich bevindt.

Het eten smaakt er voortreffelijk en we hebben een allervriendelijkste ober. Als we twijfelen over de saus bij de Mexicaanse chips - mild of pittig - brengt hij twee schaaltjes zodat we ze allebei kunnen uitproberen. The greener the meaner zegt hij. Voor de saus over het eten geldt echter weer het omgekeerde, daar is de groene weer wat milder. Ingewikkeld hoor.

Als we weer terug zijn in onze hotelkamer is het even puzzelen hoe we in het bed moeten slapen. Het King-bed is namelijk zo groot dat je zowel in de lengte als in de breedte zouden kunnen slapen. Maar omdat het in de lengte is opgemaakt, kiezen we maar daarvoor.

Morgen weer een dag en omdat we nu in Utah zitten, hebben we de klok een uur vooruit moeten zetten.



1 opmerking:

  1. Aan de overkant van de weg staat een stier vurig naar de koe te kijken. Ik heb een foto van het beest, net zo onecht als de koe, in het verslag toegevoegd.

    Tja, de Longstreet Inn in zouden we normaal gesproken nooit hebben uitgekozen, maar hij was ruim 100 dollar goedkoper dan Furnace Creek e.d. in Death Valley. Het heeft wel wat, afgezien van al die endenpoep buiten.


    Voor een overnachting in de buurt van DV is het een goede mogelijheid.

    Die hele aanbieding niet gezien, maar in deze omgeving verwacht ik eerder hot beer en cold girls


    Martin

    Martin

    BeantwoordenVerwijderen